Vanaf 01/01/2023 is er een belangrijke wijziging met betrekking tot de facturatie van werk in onroerende staat.

Toelichting met betrekking tot deze wijzigingen.

Wetgeving tot 31/12/2022

Verplichte vermelding op de factuur : “BTW verlegd”

De verlegging van de BTW naar de afnemer is mogelijk wanneer aan volgende voorwaarden voldaan is:

    • De dienstverrichter is
      • in België gevestigd en moet periodiek BTW aangiften indienen of
      • in het buitenland gevestigd en heeft in België een aansprakelijk vertegenwoordiger aangesteld

en

    • De afnemer is
      • in België gevestigd en moet periodiek BTW aangiften indienen of
      • in het buitenland gevestigd en heeft in België een aansprakelijk vertegenwoordiger aangesteld.

 

Wetgeving vanaf 01/01/2023

Verplichte vermelding op de factuur :

‘Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten’

De verlegging van de BTW naar de afnemer moet toegepast worden in alle gevallen waarbij de afnemer in België periodieke aangiftes indient.

Dit betekent in de praktijk :

Bij facturatie aan een onderneming die geen periodieke BTW aangiften moeten indienen, zal op de factuur BTW moeten aangerekend worden (6% of 21% al naargelang de situatie).  Dit gaat dan over volgende afnemers:

    • kleine ondernemingen en forfaitaire landbouwondernemingen die vrijgesteld zijn van periodieke BTW aangiften;
    • niet BTW plichtige ondernemingen
    • buitenlandse ondernemingen die in België geen periodieke BTW aangiften indienen, noch via een aansprakelijk vertegenwoordiger, noch via een rechtstreekse BTW identificatie

Een buitenlandse onderneming die in België via rechtstreekse identificatie een BTW nummer aanhoudt zal vanaf nu gehouden zijn de BTW te voldoen in plaats van de dienstverrichter.

Bij facturatie van werk in onroerende staat in België aan een buitenlandse onderneming met een rechtstreekse BTW identificatie, moet bijgevolg vanaf 01/01/2023 eveneens de BTW verlegd worden naar de afnemer.

Het is de afnemer die de aannemer op de hoogte moet brengen van het feit dat hij al dan niet periodieke BTW aangiften in België indient. Een onderneming die aan de aannemer haar BE-nummer meedeelt, zonder expliciete melding dat ze geen periodieke BTW aangiften indient, zal door de aannemer gefactureerd worden zonder BTW, maar daarbij moet wel de verplichte vermelding op de factuur aangebracht worden.

Tenzij de afnemer binnen een termijn van één maand na ontvangst van de factuur de aannemer op de hoogte brengt van het feit dat hij geen periodieke BTW aangiften indient, wordt de aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor wat betreft de hoedanigheid van de afnemer. Voldoet de afnemer vervolgens dan toch niet aan de gestelde voorwaarden, dan zal hij nog als enige aansprakelijk zijn voor de verschuldigde BTW, interesten en boeten.

CategorieënBTW