Groepsverzekeringen: kleinere kapitalen zijn vaak een vergiftigd geschenk!

(foto: SS)

Het belastingvoordeel bij de aftrek van een groepsverzekering (of IPT) door een vennootschap bedraagt momenteel nog 25%. Voor KMO’s die kunnen genieten van het verlaagde belastingtarief bedraagt het voordeel vaak slechts 20%.

Anderzijds : dit zijn de taksen en belastingen die moeten betaald worden op groepsverzekeringen :

Bij betaling van de premie (éénmalig)

    • 4,4% taks

Bij uitkering van het kapitaal (éénmalig)

    • 3,55% ziekte en invaliditeitsbijdrage (ZIV) op het bruto kapitaal inclusief winstdeelneming
    • 2% solidariteitsbijdrage op het bruto kapitaal inclusief winstdeelneming (0% tot 1% voor de kleinere kapitalen)
    • 10%, 16,5% of 20% belasting op de uitkering nà inhouding van de vorige bijdragen

o Tarief afhankelijk van pensioenleeftijd en loopbaan

o  Wordt nog verhoogd met gemeentebelasting

Bij uitbetaling wettelijk pensioen (levenslang)

    • 3,55% ZIV bijdrage op het bedrag van het wettelijk pensioen :

o  Als het maandelijks pensioen minder bedraagt dan 1.597 Euro (=                                   grensbedrag 2021), maar ingevolge de bijtelling van een fictieve                                     maandelijkse rente berekend op het uitgekeerde kapitaal van de                                     groepsverzekering boven dat grensbedrag uitkomt, wordt er 3,55%                             ZIV bijdrage ingehouden op het bedrag van uw wettelijk pensioen.

    • 0,5% tot 2% solidariteitsbijdrage op het bedrag van het wettelijk pensioen

o  Dezelfde berekening als bij de ZIV-bijdrage maar dan met een                                          grensbedrag vanaf 2.646,33 Euro

Het is vooral de levenslange inhouding van de ZIV-bijdrage op het wettelijk pensioen, die tot gevolg heeft dat kleinere kapitalen volledig worden weg belast. Een werknemer bijvoorbeeld, die recht heeft op een wettelijk pensioen dat net onder het grensbedrag van 1.597 Euro valt, maar vanwege de bijtelling van de fictieve maandelijkse rente van zijn groepsverzekering boven dat grensbedrag uitkomt, zal dus levenslang die 3,55% ZIV bijdrage op zijn wettelijk pensioen moeten betalen. Er zijn gevallen bekend waarbij de gepensioneerde uiteindelijk méér ZIV bijdragen heeft betaald, dan het ontvangen kapitaalbedrag van zijn groepsverzekering.

De berekening van de fictieve rente gebeurt dan ook nog volgens tabellen die volledig verouderd zijn en geen rekening houden met de huidige, lage rentevoeten.

En net die kleinere kapitalen wil de minister van pensioenen nu aanmoedigen. Kapitalen die voor vele werknemers nauwelijks een voordeel opleveren. Het probleem van het wegbelasten van die kapitalen via de inhouding op de wettelijke pensioenen is gekend – er werden al aanzienlijk wat klachten ingediend bij de ombudsdienst van de pensioenen – maar er wordt niets aan gedaan.

De bewering tenslotte dat de overheid steeds meer geld moet toeleggen aan de groepsverzekeringen raakt bijgevolg kant noch wal. Integendeel zelfs : door de daling van de tarieven in de vennootschapsbelasting is het belastingvoordeel voor de premie aftrek gedaald, terwijl de taksen, belastingen en bijdragen onverminderd behouden blijven.